De inbusbouten aanhalen
De inbusbouten (hierna "bouten" genoemd) worden gebruikt op plaatsen waar mechanische sterkte vereist is. Tijdens de assemblage worden deze bouten aangehaald met het vastdraaikoppel dat in de volgende tabel wordt vermeld.
Tenzij anders wordt vermeld, gebruikt u in de werkprocedures in deze handleiding een momentsleutel of gelijksoortig gereedschap en haalt u de bouten aan met het vastdraaikoppel in de onderstaande tabel.
| Bout | Vastdraaikoppel |
|---|---|
| M3 | 2,0 ± 0,1 N·m (21 ± 1 kgf·cm) |
| M4 | 4,0 ± 0,2 N·m (41 ± 2 kgf·cm) |
| M5 | 8,0 ± 0,4 N·m (82 ± 4 kgf·cm) |
| M6 | 13,0 ± 0,6 N·m (133 ± 6 kgf·cm) |
| M8 | 32,0 ± 1,6 N·m (326 ± 16 kgf·cm) |
| M10 | 58,0 ± 2,9 N·m (590 ± 30 kgf·cm) |
| M12 | 100,0 ± 5,0 N·m (1.020 ± 51 kgf·cm) |
Voor stelschroeven, raadpleeg de volgende tabel.
| Stelschroef | Vastdraaikoppel |
|---|---|
| M4 | 2,4 ± 0,1 N·m (26 ± 1 kgf·cm) |
| M5 | 4,0 ± 0,2 N·m (41 ± 2 kgf·cm) |
Er wordt aangeraden om bouten die in een cirkelpatroon staan vast te zetten in de volgorde met haakse sprongen die in de afbeelding wordt getoond.
| Symbool | Beschrijving |
|---|---|
| a | Boutgat |
Haal de bouten niet in één keer aan, maar haal ze eerst in twee of drie verschillende ronden met een inbussleutel aan, en gebruik vervolgens een momentsleutel of gelijksoortig gereedschap om ze vast te zetten met het vastdraaikoppel dat in de bovenstaande tabel wordt vermeld.