Netkabel
WAARSCHUWING
- Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door personen met gespecialiseerde kennis en vaardigheden op het betreffende gebied.
- De aarddraad (groen/geel) van de netkabel moet op de aardaansluiting van het voedingsdistributiesysteem worden aangesloten. Als de aarddraad op onjuiste wijze op de aarde aangesloten is, kan dat leiden tot een elektrische schok.
- Gebruik altijd een stekker of een ontkoppelmechanisme voor de voedingsaansluitingskabel. Sluit de Controller nooit direct op de fabrieksvoeding aan.
- Selecteer een stekker of ontkoppelmechanisme dat voldoet aan de veiligheidsnormen van het betreffende land.
- Bij aansluiting op een transformator: verbind de N- en PE-aansluitingen van de netkabel met de neutraalaansluiting van de transformator.
Sluit de voeding aan zoals in de onderstaande tabel wordt vermeld.
| Identificatielabel | Aansluitpunt |
|---|---|
| N | Neutral |
| L | Live |
| PE | Protective earth |
Specificaties
| Item | Specificaties |
|---|---|
| Kabellengte | 3 m |
| Draaddiameter | AWG14 / 2,5 mm2 |
| Aansluiting | M4 ronde aansluiting |
| Aanbevolen vastdraaikoppel | 1,8 N·m * |
*: Bepaal het vastdraaikoppel op basis van specificaties van de stekker.
Schroef de netkabel op het aansluitblok (op drie plaatsen). Bij het aansluiten van de draden op de Controller moeten de tekens van het scherm van de Controller en de identificatielabels van de draden overeenkomen. De volgorde is L, N en PE vanaf links.
Bevestig het doorzichtige harsdeksel (meegeleverd) op het aansluitblok.
Schroef de klem op zijn plaats (op één plaats) en zet de kabelgeleiding vast.
Schroef de afdekking op de connector (op twee plaatsen).
| a | Schroefpositie van de klem |
| b | Schroefpositie van de connector |