Belangrijke punten voor ruisonderdrukking

Let bij het aanleggen van de bedrading op de volgende punten om ruis te minimaliseren.

  • De voedingsbron moet worden geaard op aarde van klasse D (aardingsweerstand 100 Ω of minder).
    De aarding van het controllerframe is belangrijk, niet alleen om elektrische schokken te voorkomen maar ook om de invloed van elektrische storingen uit de omringende zone te verminderen. De aarddraad (groen/geel) van de voedingskabel van de Controller moet op de aardaansluiting van het voedingsdistributiesysteem worden aangesloten.
    Voor details over de stekker en de netkabel van de Controller, raadpleeg het volgende gedeelte.
    Voeding

  • De voeding moet worden geleverd op een afstand zover mogelijk verwijderd van voedingslijnen van apparaten die ruis kunnen veroorzaken.

  • Als de Controller en de enkelfasige wisselstroommotor door dezelfde voedingslijn worden gevoed, wijzig dan de fase.

  • Voedingslijnen moeten twisted pair-kabels zijn.

  • Wisselstroom- en gelijkstroomlijnen moeten in verschillende kanalen en zo ver mogelijk van elkaar gescheiden worden ondergebracht.
    Bijvoorbeeld, de voedingslijnen voor de wisselstroommotor en voedingslijnen voor de Controller moeten zo ver mogelijk worden verwijderd van I/O-lijnen voor apparaten zoals sensors en kleppen, en deze mogen niet samen worden gebundeld met kabelbinders.
    Als deze lijnen elkaar kruisen, moeten ze elkaar loodrecht kruisen.

    Symbool Beschrijving
    a Speciaal kanaal voor wisselstroomlijn
    b Houd zo ver mogelijk uit elkaar
    c Speciaal kanaal voor gelijkstroomlijn
  • Houd de bedrading voor I/O-connectoren en I/O-veiligheidsconnectoren zo kort mogelijk. Gebruik afgeschermde draden, en klem de afscherming in de connector vast. Houd ook een zo groot mogelijke afstand van ruisbronnen in de omringende zone.

  • Als voor Controller-I/O componenten met inductieve belasting zoals relais en solenoïdekleppen worden gebruikt, gebruik dan componenten met ruisbescherming.
    Als de component niet tegen ruis beschermd is, breng dan onmiddellijk voor de inductieve belasting een diode of andere component voor ruisbescherming aan. Selecteer componenten met ruisbescherming die geschikt zijn voor de spanning en stroomsterkte naargelang de inductieve belasting.

  • Voor wisselstroommotoren zoals transportbanden (inductiemotoren, 3-fasige inductiemotoren, e.d.), moet een vonkonderdrukker worden gebruikt tussen de draden bij het starten, schakelen tussen vooruit/achteruit draaien, enzovoorts.
    De effectiviteit wordt verhoogd door deze tussen de lijnen en zo dicht mogelijk bij de motor te plaatsen.

  • Communicatiekabels zoals USB, Ethernet en veldbus zijn gevoelig voor ruis. Houd deze daarom zo ver mogelijk uit de buurt van ruisbronnen in de omringende zone.

  • Indien nodig moeten voor de Veldbus-I/O-kabels de volgende EMC-maatregelen worden genomen.

    • Aard het kabelafschermingsgedeelte.

      Symbool Beschrijving
      a De buitenste mantel verwijderen en bevestigen met een FG-klem
      b In de Controller schroeven en aarden
    • Breng op de kabel een ferrietkern aan.

      Symbool Beschrijving
      a Ferrietkern
  • De volgende EMC-maatregelen moeten indien nodig worden geïmplementeerd voor de netkabel, de MC-kabel en elke communicatiekabel.

    • Bevestig een ferrietkern aan een of beide zijden van de kabel.
    • Verwijder de buitenste mantel van de kabel en aard met een FG-klem.
    • Bevestig een beschermingsbuis aan de kabel en aard de beschermingsbuis.
  • De volgende EMC-maatregel moet indien nodig worden geïmplementeerd voor de basistafel van de Manipulator.

    • Als u een geleidende basistafel gebruikt, installeer deze dan met een aarddraad, enz.