Signaaltoewijzing en elektrische specificaties
In de volgende tabel ziet u de signaaltoewijzing van de noodstopingangsconnector.
| Pennummer | Naam van signaal | Functie |
|---|---|---|
| 1 | 24 V voor noodstop | Interne 24V-uitgang |
| 2 | Noodstopingang M *1 | Noodingang 1 |
| 3 | Niet gebruiken *2 | Wordt niet gebruikt |
| 4 | 24 V voor noodstop | Interne 24V-uitgang |
| 5 | Noodstopingang S *1 | Noodingang 2 |
| 6 | Niet gebruiken *2 | Wordt niet gebruikt |
| 7 | Niet gebruiken *2 | Wordt niet gebruikt |
| 8 | Niet gebruiken *2 | Wordt niet gebruikt |
*1 Er treedt een fout op als de invoer bij noodstopingang M en noodstopingang S meer dan twee seconden verschilt. Gebruik een schakelaar die twee identieke contacten heeft.
*2 Op deze pennen niets aansluiten.
Elektrische kenmerken van de NOOD-connector
- 24 V nominale belasting voor noodstop: +24 V 0,4 A of minder
- Spanningsbereik noodstopingang: +24 V ±10%
- Stroomsterkte noodstopingang: 37,5 mA ±10% bij +24 V ingang
VOORZICHTIG
- De 24V-uitgang voor noodstop dient voor het aansluiten van noodstopschakelaars, relais, MOS-FET's en andere schakelaars. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. Anders kan het systeem beschadigd raken.
BELANGRIJKE PUNTEN
De totale elektrische weerstand van de noodstopschakelaars en hun circuit mag niet groter zijn dan 1 Ω.
WAARSCHUWING
Kabels moeten altijd aangesloten zijn. Bescherm de kabels met een beschermende afdekking. Plaats geen zware voorwerpen op de kabels, buig ze niet te sterk, trek er niet hard aan en let op dat ze niet bekneld raken. Beschadigde kabels, gebroken draden en slechte contactpunten zijn uiterst gevaarlijk en kunnen leiden tot een elektrische schok en/of storing van het robotsysteem.