Het werkbereik met het pulsbereik instellen
Pulsen zijn de basiseenheden voor beweging van de Manipulator. Het bewegingsbereik van de Manipulator wordt geregeld door het pulsbereik tussen de ondergrens en bovengrens van elk gewricht. Pulswaarden worden afgelezen uit de encoderuitvoer van de servomotor.
Voor het maximale pulsbereik, raadpleeg de volgende gedeelten. Het pulsbereik moet worden ingesteld binnen het bereik van de mechanische aanslag.
- Max. pulsbereik van gewricht #1
- Max. pulsbereik van gewricht #2
- Max. pulsbereik van gewricht #3
- Max. pulsbereik van gewricht #4
BELANGRIJKSTE PUNTEN
Als de Manipulator een bedrijfsopdracht krijgt, controleert hij voordat hij beweegt eerst of de doelpositie van de opdracht binnen het pulsbereik ligt. Als de doelpositie buiten het ingestelde pulsbereik ligt, treedt er een fout op en beweegt de Manipulator niet.
Het pulsbereik kan worden ingesteld op het paneel [Range] dat wordt weergegeven door [Tools]-[Robot Manager] te selecteren. (U kunt de opdracht Range ook uitvoeren vanuit het [Command Window].)