Instellingen toepassen
U voltooit het bewerken van de veiligheidsfunctieparameters en geeft het bevestigingsscherm weer.
Klik op de knop [Confirm].
Voer in het wachtwoordinvoerscherm het wachtwoord voor de veiligheidskaart in en klik vervolgens op de knop [Confirm].
BELANGRIJKE PUNTEN
- Als er drie keer een verkeerd wachtwoord voor de veiligheidskaart wordt ingevoerd, wordt de Safety Function Manager afgesloten en wordt de robotcontroller opnieuw opgestart. De instellingen worden niet gewijzigd.
- Controleer de gewijzigde veiligheidsfunctieparameters op het bevestigingsscherm dat wordt weergegeven.
BELANGRIJKE PUNTEN
- Op het bevestigingsscherm kunt u geen instellingen wijzigen. Als u nog iets wilt wijzigen, klik dan op de knop [Cancel].
- Als een instelitem in het geel wordt weergegeven nadat u op de knop [Confirm] drukt, is er een communicatiefout met de veiligheidskaart opgetreden. Start de robotcontroller en de pc waarop de Safety Function Manager wordt uitgevoerd opnieuw op, en geef de instelling opnieuw op. Als het probleem blijft bestaan, stop dan het gebruik van het robotsysteem en neem contact op met de leverancier.
Klik op de knop [Apply].
De Safety Function Manager wordt afgesloten en de robotcontroller wordt opnieuw opgestart.
Nadat de robotcontroller opnieuw is opgestart, maakt Epson RC+ automatisch verbinding.
Start de Safety Function Manager en controleer of de parameters die u hebt gewijzigd, zijn toegepast.
BELANGRIJKE PUNTEN
- Veiligheidsfunctieparameters mogen pas op de veiligheidskaart worden toegepast nadat de veiligheidsmanager alle inhoud zorgvuldig heeft gecontroleerd.
Annuleren
Hiermee annuleert u wijzigingen aan veiligheidsfunctieparameters.
Als u annuleert voordat u op de knop [Confirm] klikt, wordt de Safety Function Manager gesloten zonder dat de veiligheidsfunctieparameters van de veiligheidskaart worden gewijzigd. In dit geval wordt de robotcontroller niet opnieuw opgestart.
Als u annuleert nadat u op de knop [Confirm] hebt geklikt, wordt de Safety Function Manager gesloten zonder dat de veiligheidsfunctieparameters van de veiligheidskaart worden gewijzigd. De robotcontroller wordt ook opnieuw opgestart.