Instellingen voor proefdraaien opgeven

Als proefdraaien ingeschakeld is, kan de robotcontroller worden uitgevoerd zonder verbinding met een Manipulator.

De Safety Function Manager bevat instellingen voor proefdraaien voor zowel de robotcontroller als de veiligheidskaart.
Bij inschakeling en uitschakeling van proefdraaien is de werking van de robot en de werking van veiligheidsfuncties door de veiligheidskaart als volgt:

Instellingen voor proefdraaien Werking van robot Veiligheidsfuncties
Ingeschakeld Gestopt Gestopt
Uitgeschakeld Werkt* Werkt

*: Let op de werking en de bewegingen van de robot.

Proefdraaien instellen
Selecteer op het tabblad [Safety Function Settings] het item [Enable Dry run].

BELANGRIJKE PUNTEN


  • Veiligheidsfunctieparameters kunnen pas worden gewijzigd nadat proefdraaien is uitgeschakeld. Maar de instelwaarden van de veiligheidsfunctieparameters blijven bewaard.
  • Proefdraaien kan niet worden ingesteld met Epson RC+ voor een Robotcontroller die is voorzien van veiligheidsfuncties.