Safety Function Manager starten
Epson RC+ 7.0: selecteer het item [Setup] - [System Configuration] en klik vervolgens onder [Controller] - [Safety Functions] op [Safety Function Manager].
Epson RC+ 8.0: selecteer Epson RC+ menu - [Tool] - [Safety Function Manager] en start de Safety Function Manager.
BELANGRIJKE PUNTEN
Bij het eerste gebruik moet de Safety Function Manager door de veiligheidsmanager worden gestart.
Bij de eerste start verschijnt het volgende dialoogvenster. Volg de instructies op het scherm en wijzig het wachtwoord voor de veiligheidskaart. Het initiële wachtwoord is "EpsonSafety".
De schermtaal van de Safety Function Manager wordt automatisch gelijkgeschakeld met de taalinstelling in Epson RC+.
Als het starten niet lukt, controleer dan het volgende:
- Er moet een robotcontroller uitgerust met veiligheidsfuncties aangesloten zijn.
- De startmodus van Epson RC+ moet de programmeermodus zijn.
- Het bedieningsapparaat voor de robotcontroller moet een pc zijn.
Instellingen controleren bij het starten van de Safety Function Manager
Controleer na het starten van de Safety Function Manager in het tabblad [Basic Settings] de instellingen van de veiligheidskaart, en controleer of deze hetzelfde zijn als die van de robotcontroller.
Het wordt aanbevolen om de volgende waarden die in de Safety Function Manager worden weergegeven, te noteren en te bewaren: [Parameter Checksum] bij [Robot], en [Parameter Checksum] bij [Safety Functions].
| Instelitem | Functie | Opmerking | |
|---|---|---|---|
| Robot | Model | Naam robotmodel | - |
| Parameter Checksum | Parametercontrolesom voor robotinstellingen (verborgen) | De waarde is specifiek voor het robotmodel. | |
| Hofs | J1 | Hofs-waarde voor gewricht #1 | Waarde voor correctie van het uitgangspunt van de gewrichtsas. Deze waarden kunnen voor iedere afzonderlijke machine verschillen, ook binnen hetzelfde model. (Eenheid: puls) De Hofs-waarden voor gewricht #5 en gewricht #6 worden alleen weergegeven voor een 6-assige robot. |
| J2 | Hofs-waarde voor gewricht #2 | ||
| J3 | Hofs-waarde voor gewricht #3 | ||
| J4 | Hofs-waarde voor gewricht #4 | ||
| J5 | Hofs-waarde voor gewricht #5 | ||
| J6 | Hofs-waarde voor gewricht #6 | ||
| Last Modified | Datum en tijdstip waarop Hofs werd gewijzigd | - | |
| Safety Functions | Parameter Checksum | Parametercontrolesom voor veiligheidsfunctieparameters | Een specifieke waarde die wordt berekend op basis van de veiligheidsfunctieparameters voor veiligheidsingangen, veiligheidsuitgangen, snelheidsveiligheidstoezicht (SLS), positieveiligheidstoezicht (SLP), gewrichtshoektoezicht, zachte asbeperking en proefdraaien, evenals het laatste wijzigingstijdstip van de veiligheidsfunctieparameters. |
| Last Modified | Datum en tijdstip waarop veiligheidsparameters zijn gewijzigd | - | |
Als er een fout verschijnt tijdens het starten van de Safety Function Manager
Het is mogelijk dat er een foutmelding verschijnt tijdens het starten van de Safety Function Manager. Volg de instructies op het scherm en neem de volgende maatregelen.
Verschillend robotmodel of verschillende parametercontrolesom van de robot
Klik op de knop [OK].
Klik op [Send robot parameters to the Safety Board].
Volg de instructies op het scherm, voer het wachtwoord voor de veiligheidskaart in en wijzig de instellingen.
Verschillende Hofs-waarde
Klik op de knop [OK].
Klik op [Send Hofs to the Safety Board].
Volg de instructies op het scherm, voer het wachtwoord voor de veiligheidskaart in en wijzig de instellingen.
Verschillende instellingen voor proefdraaien
Klik op de knop [OK] om de robotcontroller opnieuw op te starten.